HOOR WIE KLOPT DAAR …
tekst Griselda Visser (Vinyl no. 27, October 1983)

Pure emotie, extreem in introvertie, extreem expressie. Termen uit een artikel in Vinyl 12 over Eyeless in Gaza. Nu we voor de derde maal aandacht aan dit duo besteden valt weer het woord verstilling. Toch is er vanuit de poëtische landschappen die de muzik van Eyeless oproept nieuws te melden. Meer prononcering en minder uithalen van de stem, video en vooral: vrolijkheid. En dat alles in het Rijksmuseum.

En luistéraar wordt overmeesterd door een machteloos, melancholisch gevoel. Eyeless in Gaza uit Nuneaton is een duo bestaande uit Martyn Bates en y Peter Becker. Hun muziek werkt zo beeldend, dat het ene verstilde panorama na het andere op het regenboogvlies geprojecteerd wordt. Op de achtergrond Bates’ gepassioneerde stem.

Hoe ontluisterend is het, na zulke ervaringen, een concert mee te maken van de groep in de hoofdstedelijke Melkweg, dat hippiebastion, waar marihuananevels menig bezoeker slechts apathie opdringen. ‘It’s better than nothing, don’t ya think so?’, meent een verdwaalde omstander en ik wend me pijnlijk getroffen af. Ik herinner me dat losse notitie over ‘klanken die ijl versterven in de koele zomeravondlucht, geënsceneerde schoonheid.’

Daags na dit optreden besluiten we met algemene stemmen om het interview te laten plaatsvinden in het Rijksmuseum. De zon brandt en terrassen lonken, maar we lopen gestadig door. In het museumrestaurant verschanst Martyn zich al snel achter een groot bord spaghetti bolognese. Om ons heen gerinkel van glazen en veel gesoigneerde toeristen met dito tongvallen.

Bevriend
In vroegere interviews heette de communicatie met het publiek nog een probleem. Hoe staan jullie tegenwoordig tegenover concerten?

Martyn: ‘Toen we begonnen, waren we nog vrij geisoleerd en de enige mogelijkheid om dat te veranderen was ons op podia te vertonen. Nu proberen we ’t op een andere manier … we willen bevriend raken met het publiek (lacht uitbundig, Peter verslikt zich in zijn salade) … Nee, serieus, we voelen ons zeltverzekerder dan voorheen, veel vrolijker ook en dat manifesteert zich mede in de muziek’.

Peter: ‘Situaties veranderen natuurlijk, maar ik herinner me dat ik voor onze eerste optredens ziek van de zenuwen was.’

Martyn kijkt hem met grote ogen aan: ‘Werkelijk? Nou daar heb ik nooit last van gehad.’

Hebben jullie nog steeds allebei een vaste baan (laborant c.q. ziekenhuisportier)?

Peter: ‘Nee, die hebben we opgezegd. We zijn nu professionele musici.’ Wat later vertelt hij: ‘We willen binnenkort met een manager gaan werken. We hebben geen strategie in de zin van ‘dit jaar veroveren we Europa’, maar we zijn wel heel optimistisch gestemd.’

Martyn: ‘Ik heb nu veel meer plezier in het maken van muziek, ik zing ook veel geprononceerder in plaats van die uithalen.’ (geeft een galmende demonstratie) ‘We’re basically happy boys’, voegt hij er grinnikend aan toe.

Alleen en stil
Heb je een bepaalde affiniteit met poëzie, gezien het karakter van je teksten?

Martyn: ‘Ja, ik probeer de teksten zo te construeren dat ze ais poëzie leesbaar zijn. Maar tot een bepaalde hoogte ziin ze ook dubbelzinnig. Niet opzettelijk … ik bedoel, iedereen kan het op zijn of haar manier interpreteren. Het is een goede manier om woorden te presenteren. In Drumming the Beating Heart heb ik het over een verstild gevoel, dat je alleen en heel stil in een kamer zit … ik vind het heel moeilijk om m’n eigen teksten uit te leggen, ik heb liever dat andere mensen me vertellen hoe het op hen overkomt. New Risen gaat over nieuwe kracht, geput uit een persoonlijke relatie, waardoor je je sterk en goed voelt.’

Peter: ‘Voor mij betekent het wat anders: dat je iemand mist die lang van huis is.’

Pale hands I loved so well, één van jullie vorige elpees, is op een Noors label verschenen. Onvermijdelijke vraag: Waarom?

Peter: ‘In die tijd waren we met een aantal muzikale projecten bezig en één ervan was het componeren van filmmuziek. Via Cherry Red, onze platenmaatschappijen, werden we in contact gebracht met een Noors label, dat interesse toonde. We beschouwen het als een instrumentaal improvisatieproject … gescheiden van de elpees die we voor Cherry Red maken’.

Martyn: ‘Het zou te veel van het goede worden, in de trant van ‘de zesde Eyeless-elpee in twee jaar tijd’, ik bedoel, de eerste twee elpees waren al adrenalin-rushes, we wilden de tijd nemen voor nieuwe ideeén en niet onder een constante druk werken. We concentreren ons nu op teksten en muziek, maar we zouden ook heel graag filmmuziek willen componeren. De nieuwe elpee (Red Rust September) klinkt heel melodisch, heeft een warm en vol geluid. We zijn ook van het idee afgestapt dat je een elpee zo snel mogelijk moet opnemen, in een tijdsbestek van een dag, dat typische punk Do It Yourself idee, dat ik heel misleidend vind.’

Peter: ‘Ik vind dat niet misleidend, het gaat er meer om dat je voor jezelf uitmaakt wat de beste werkmethode is … .’

Haarwortels
Andere interesses, zoals video?

Martyn: ‘Onze laatste single ging vergezeld van een video, maar … eh, dat was niet zo’n succes. Als we terug in Engeland zijn gaan we meewerken aan een videofilm voor Cherry Red, Pillows and Prayers, waar alle Cherry Red-musici aan meewerken, zoals Felt, Monochrome Set, Marine Girls, Kevin Hewick … bah, ik heb de pest aan ze!’

Peter: ‘Er loopt een rode draad door de film, ons gedeelte gaat over een bruiloft, Martyn trouwt met één van de secretaresses, haha, ik denk dat ’t heel grappig wordt’.

Martyn begint Young guns go for it te zingen: tijd om het museum in te gaan. We slenteren door de eregalerij en belendende zalen. Peter wijst op een levensgroot schilderij van Adam en Eva. ‘Enig idee hoe ze die vijgebladeren op hun plaats houden? Volgens mij met superlijm.’

Martyn wordt in de volgende zaal door een fan gecomplimenteerd met het optreden van gisteren en kleurt rood tot in zijn haarwortels. Hij wendt zich snel tot een Middeleeuws triptiek, ontdekt daarop een martelaar, die z’n hart in de hand houdt als uiting van naastenliefde, en stoot Peter aan: ‘Kijk eens, drumming the beating heart!’

Hoezo vrolijk gestemd?